|
ZOETE DRUPPELS
Dronken, van mijn eigen eenzaamheid
Versmelt in de pijn van tederheid
Gewond, ga ik vreugdevol bloeden
En de herinneringen omhelzen.
Gekweld door mijn eigen dorst
Naar bloesemen van begeerte
Zal ik de tranen van mijn ziel, oprapen
Als zoete druppels, oplikken
Eén voor één.
|
 |
KERSENROOD
Een droevige wind
Waait langs haar haarlint
Beweegt haar vederlicht kleed
Met lentebloemen bekleed
Danst langs herinneringen
Onthult haar welvingen
Gewiegd door het lied
Van gekoesterd verdriet.
Tranen wandelen
Over haar blozende wangen
Waar verlangen schuilt
En zij zachtjes huilt
Haar lippen ontbloot
Uitnodigend kersenrood
In nood aan kussen
Niemand om ze te blussen
Enkel de wind
Die over de liefde zingt.
|